‘Stones’ of Franse zinnen leren. Leerlingen vinden het vaak erg moeilijk en zien er tegenop. Maar er bestaat een goede manier om ze makkelijker en sneller te leren.

Makkelijke/korte zinnen:

  1. Lees de zin en de vertaling door.
  2. Welke woorden uit de zinnen in de vreemde taal ken je al? Welke nog niet?
  3. Komt de woordvolgorde van beide zinnen overeen? Waar niet?->let daar goed op
  4. Lees de zin en de vertaling een paar keer door.
  5. Overhoor elke zin apart. (Of laat je overhoren.)

Moeilijke zinnen:

  1. Schrijf de zin in de vreemde taal op
  2. Schrijf daaronder de Nederlandse vertaling
  3. Welke regels bestaan er voor de zinsvolgorde in de vreemde taal? (Bijv: in het Frans staan alle werkwoorden achter elkaar, maar in het Nederlands niet)
  4. Bekijk de zinsvolgorde van beide zinnen: wat valt op?
    • Waar staan de werkwoorden?
    • Waar staat het onderwerp?
    • Enzovoorts..
  5. Arceer, onderstreep, omcirkel de zinsdelen of woorden die afwijken
  6. Leer de vertaling van de zinnen